Perspectieven
Contents
Perspectieven[edit]
“De perspectieven die een software ontwikkelaar vormt over de (IT) wereld en over zichzelf.” Brennan en Resnick (2012)
Bij perspectieven gaat over het begrip dat studenten hebben over zichzelf en hun relatie met andere en de technische wereld die ze ontwikkelen (Siu-Cheung Kong, 2019). Perspectieven gaat vooral over de inter en intra persoonlijke relatie van de studenten. In dit hoofdstuk worden drie componenten van het inter en intra persoonlijke domein verder bellicht: attitude richting programmeren en software development (computational identity), zelfvertrouwen en eigen effectiviteit in het programmeren (programming empowerment) en de (waargenomen) relatie met de technologische wereld.
Computational identity[edit]
Om achter iemand zijn of haar intrinsieke waarde over programmeren te komen, is het onvoldoende om te vragen of ze programmeren leuk of niet leuk vinden. Intrinsieke motivatie is belangrijk, want als studenten intrinsiek gemotiveerd zijn, ervaren ze interesse en plezier, voelen ze zich competent en zijn ze zelfsturend. Werkelijke interesse van leerlingen in het programmeren kan worden beoordeeld door te kijken naar hun betrokkenheid bij programmeeractiviteiten, gevoel van verbondenheid met het vakgebied en oriëntatie in carrière perspectief (Siu-Cheung Kong, 2019). Daarnaast is zelfactualisatie een belangrijk component om te beoordelen of een student zich competent voelt en de motivatie heeft zich te ontwikkelen tijdens het programmeren.
Betrokkenheid bij de activiteiten van software development[edit]
Betrokkenheid bij software development uit zich in de mate van het bezig zijn met de activiteiten van software development, het samenwerken, erover praten, alleen werken, dingen doen, dingen creëren en gebruiken. Wanneer studenten meer geïnteresseerd zijn in software development dan is de betrokkenheid in de activiteiten van software development dieper (Wenger, 1998). De mate van betrokkenheid is dus een directe weerspiegeling van hun plezier in het leren van programmeren. Educom kan betrokkenheid stimuleren door de manier van het aanbieden van de leerstof.
Carrière oriëntatie[edit]
Het wordt vaak aangenomen dat iemands carrière keuzes een reflectie zijn van iemands interesses. Door te kijken naar een student zijn carrière oriëntatie, zijn toekomstbeeld, kan inzicht geven in iemands motivatie. Bij Educom maken de trainees de keuze een nieuw carrière pad in te slaan. De mate in hoeverre iemand na gedacht heeft over zijn vervolg stappen in deze carrière kan een reflectie zijn van zijn motivatie. Daarnaast kan Educom begeleiding bieden in het verder oriënteren en ontdekken van passende carrière stappen. Dit kan zijn of haar ‘computational identity’ en motivatie vergroten.
Voldoening[edit]
Wanneer een student voldoening haalt uit het programmeren, zal hij zijn best doen om zijn potentie te vergroten. Hij zal zijn competenties, attitudes, vaardigheden, kennis en karakter in deze lijn ontwikkelen (Huitt, 2007). Wanneer een student intrinsiek gemotiveerd is, zal hij actief op zoek zijn naar de continue voldoening die hij krijgt van programmeren.
Programming empowerment[edit]
Programming empowerment heeft betrekking op de ervaringen die een persoon heeft met het creëren en ontworpen van programma’s, die hem in staat stellen om problemen uit het echte leven te tackelen. Deze ervaringen stellen hem in staat om vol vertrouwen deel te nemen in de digitale wereld. Daarnaast heeft programming empowerment betrekking op de overtuigingen die de student heeft over zijn eigen competenties in het opdoen van de vereiste concepten en strategieën die nodig zijn bij het ontwikkelen van software. Tot slot gaat programming empowerment het geloof van een student dat hij betekenisvol en van toegevoegde waarde is in zijn rol als developer.
The technische wereld[edit]
Het laatste component van perspectieven gaat over het begrip van de student over zijn relatie met andere en de technologische wereld. Dit component gaat vooral over hoe de student zijn innovatieve manier van denken gaat toepassen in de samenleving en in het werkveld. Dit doet hij door zich uit te drukken in de digitale wereld, door zich te verbinden met de digitale wereld en door de digitale wereld ter discussie te stellen (Brennen & Resnick, 2012). De student drukt zich uit in de digitale wereld door het schrijven van software programma’s, hij verbind zich met de digitale wereld door te begrijpen hoe hij waarde creëert voor andere en hij stelt ter discussie door het kritisch stellen van vragen over de digitale wereld op basis van zijn eigen programmeer ervaring.
Daarnaast weet een student zijn perspectieve te vorm te geven en te communiceren naar anderen. Hij weet waar zijn vaardigheden en kwaliteiten liggen in het programmeren (programming empowerment). Daarnaast weet hij zijn motivatie onder woorden te brengen, welke activiteiten hij de meeste energie uit haalt en heeft hij een voldoende beeld van het werkgebied, zijn carrière pad en zijn toegevoegde waarde (computational identity).